De Keltenklauw
Misschien werd je er al eens mee geconfronteerd? Je geeft iemand een hand en voelt een gekromde vinger in je handpalm steken. Deze man of vrouw heeft de “ziekte” van Dupuytren. Ziekte is een beetje een verkeerd woord. Het is namelijk een aandoening van het weefsel dat zich bevindt tussen de huid van de handpalm en de onderliggende structuren zoals bloedvaten, zenuwen en pezen. Op een bepaald moment begint het weefsel te krimpen en vormen zich knobbels en koorden onderhuids. Die huid gaat op zijn beurt mee schrompelen en trekt de vinger mee in een buigpositie. Dit noemen we een flexiecontractuur. Indien deze toeneemt komt een goede handfunctie in het gedrang. De pink en de ringvinger zijn het vaakst aangetast, maar dikwijls ook alle vingers. Meestal wordt een erfelijke factor als oorzaak aangegeven.
De Ziekte van Dupuytren komt vooral voor bij Noordwest-Europese volkeren, terwijl het vrijwel niet voorkomt bij Afrikaanse volkeren. Hierdoor wordt vaak verondersteld dat er een genetische voorbestemdheid is voor de ziekte. Het wordt ook wel de Keltenklauw genoemd, omdat de geografische verspreiding van de ziekte over Europa en Groot-Brittannië overeenkomt met de Keltische trektochten.
Hoe wordt de Dupuytren hand aangepakt
Wanneer de vinger niet meer plat op de tafel kan gelegd worden, is het tijd om in te grijpen. Tot voor kort was dit altijd een chirurgische ingreep. Sinds 2011 is er echter voor bepaalde kontrakturen een niet-chirurgische methode. De chirurg bepaalt welke techniek, het meest efficiënt zal zijn voor iedere individuele patiënt.
Chirurgisch ingreep.
Ik kom in mijn praktijk dikwijls patiënten tegen, waarbij de “open-palm-techniek” werd toegepast. Hierbij wordt het Dupuytrenweefsel verwijderd en een deel van de dwarse incisie in de handpalm wordt open gelaten opdat wondvocht zou kunnen evacueren. Vaak is er ook een huidtekort, om de wonde dicht te naaien. Er zou te veel spanning op het litteken ontstaan wanneer de wonde toch zou worden dichtgetrokken. Zo kan er onmiddellijk kinesitherapie worden toegelaten.
Niet-chirurgische ingreep.
De enige succesvolle niet-chirurgische ingreep is een injectie met een collagenase. Dit is een enzyme, geïsoleerd uit de clostridiumbacterie, die het collageen aanwezig in de Dupuytrenkoorden kan oplossen. De collagenase heeft geen effect op Dupuytrenknobbels.
Na de injectie met het collagenase, wordt de vinger van de patiënt de volgende dag onder plaatselijke verdoving gemanipuleerd (= recht getrokken). Dit kan ook wondjes of scheuren veroorzaken. De nabehandeling is dezelfde als bij de chirurgische ingreep : kinesitherapie en een nachtspalk.
Een snelle start van de behandeling na de corectie.
Het is belangrijk dat de nabehandeling start onmiddellijk de eerste dag na de ingreep. De nabehandeling bestaat uit wondzorg, kinesitherapie en een nachtspalk.
Wondzorg
Post-operatief wordt een drukverband aangelegd, om het bloeden zoveel mogelijk te stoppen. Er wordt vetverband gelegd op de wonden, om in het inkleven tegen te gaan.
De dag nadien wordt er gepoogd om een dunner verband aan te leggen. Het vetverband wordt enkel geplaatst op de open wonde en niet waar de wonde genaaid is. Het verband wordt best niet te dik en te strak gemaakt. Er mag gepoogd worden om met het verband de vingers zoveel mogelijk naar extensie te trekken. De patiënt draagt de arm de eerste dagen in hoogstand om zo overdreven zwelling te vermijden.
Het verband wordt dagelijks vernieuwd, mag niet nat worden en de patiënt moet in staat zijn om te oefenen met zijn verband aan.
Nachtspalk.
Als we slapen zijn de vingers in rust, altijd in gebogen stand. Om zo weinig mogelijk strekking te verliezen tijdens de nacht, wordt een nachtspalk aangelegd gedurende drie maanden.
Deze spalk wordt op maat gemaakt de dag na de ingreep, ingeval van chirurgie en de dag van de manipulatie ingeval van injectie. De spalk wordt in een warmtegevoelige plastic op de hand gevormd en zal de te behandelen vingers naar strekking trekken. De spalk kan met klittenband gemakkelijk aan en uit worden gedaan.
Kinesitherapie.
Vanaf dag 1 na de chirurgie of de manipulatie, moet de kinesitherapie opgestart worden. De vingers moeten in alle gewrichtjes zowel naar volledige strekking als volledige buiging bewogen worden. Hierbij is het goed mogelijk dat de opgelopen wondjes terug beginnen te bloeden. De beweeglijkheid van de vingers is echter belangrijker dan de bloedende wonde. Het bloeden zal de volgende dagen afnemen. Indien na de kiné-behandeling de wonde zorgvuldig wordt verzorgd en het verband niet wordt nat gemaakt, mag dit geen probleem zijn.
De patiënt neemt best een halfuurtje voor de kinesitherapie een pijnstiller in. De pijnmedicatie moet goed worden gerespecteerd om zoveel mogelijk complicaties tegen te gaan. Dikwijls verdraagt de patiënt meer dan wat zijn lichaam kan verdragen (“het doet pijn, maar ik kan daar tegen” “ik ben niet voor pillen” zijn uitspraken die vaak gehoord worden maar niet goed zijn voor het genezingsproces).
Als de draadjes verwijderd zijn na een veertiental dagen, mag het litteken gemasseerd worden met een hydraterende crème. De kinesitherapeut zal vanaf dan ook alles doen om het litteken te versoepelen, om zo een goede functie te bekomen
Het is belangrijk dat de patiënt ook vanaf dag 1 intensief oefent om de vingers zo ver mogelijk te strekken en te buigen.
Help !!! Wat nu gedaan ?
- Uit de wonde komt er een beetje bloed of vocht : ga gerust door met oefenen, u doet het goed.
- U voelt ‘kloppingen’ in je hand en je hand is enorm gezwollen : houd de hand in een draagdoek in hoogstand.
- De hand of vinger(s) wordt heel pijnlijk en ziet vuurrood : contacteer de handchirurg of uw huisarts. Dit kan een mogelijk teken van infectie zijn.
- De vinger voelt wat “voos” aan : dit komt door de ingreep, waarbij er rond de vingerzenuwen is gewerkt. Tijdelijk functioneren die iets minder goed en dit kan zo een 2 à 3 maanden duren.